Zwart wit denken is iets waar hij meester in is. Voor hem is iets goed of slecht. Top of flop. Je bent geniaal of je hebt het mentale niveau van een bureaustoel.
Er is geen middenweg. Nu klinkt dat misschien dramatisch — en eerlijk is eerlijk, dat is het ook — maar het heeft ook zo zijn charme. Want in een wereld vol grijstinten, keuzes en nuances, is het soms heerlijk overzichtelijk om gewoon te denken: “Dit is onzin. En dat? Dat is goud.”
Wat is zwart wit denken precies?
Zwart wit denken, ook wel alles-of-niets-denken genoemd, is een manier van denken waarbij er geen ruimte is voor nuance. Iets is of compleet juist of volledig fout. Hij vindt een film óf briljant óf een aanfluiting. Een date is óf zijn soulmate óf een wandelende rode vlag. Kortom: er is geen plek voor grijs gebied in zijn hoofd.
En dat maakt het leven zowel heerlijk simpel als soms totaal onwerkbaar. Want hoe ga je om met mensen die zeggen: “Nou, ik zie het een beetje zo, maar ook een beetje zo…” Zijn oog begint dan spontaan te twitchen.
De voordelen van zwart wit denken (ja, die zijn er echt)
Hoewel het vaak wordt gezien als een valkuil, heeft zwart wit denken ook zo zijn voordelen. Tenminste, dat zegt hij dan. Voor hem is het een manier om snel knopen door te hakken. Besluitvaardigheid? Vinkje. Geen eindeloos twijfelen over een menukaart of of-ie nu wel of niet op die ene app moet reageren.
Daarnaast helpt zwart wit denken hem om zichzelf te beschermen. Als iemand hem één keer teleurstelt, gaat die persoon linea recta naar de “verban-deze-figuur-uit-mijn-leven”-categorie. Pijnlijk? Misschien. Efficiënt? Zeker weten.
De nadelen van zwart wit denken (oké, die zijn er ook)
Laten we eerlijk zijn: zwart wit denken kan ook flink in de weg zitten. Want door in extremen te denken, kan hij nuances missen. Bijvoorbeeld: een collega die soms irritant is, hoeft niet per se een rampzalig mens te zijn. En een relatie met wat hobbels is niet automatisch een tikkende tijdbom.
Ook in zijn eigen hoofd kan het knap ongezellig worden. Want als hij een fout maakt, is hij meteen een mislukking. Niet “een mens met een leerpuntje”, nee hoor. Gewoon: gefaald. Einde. Volgende keer beter? Vergeet het maar.
Hoe ontstaat zwart wit denken eigenlijk?
Zwart wit denken komt vaak voort uit ervaringen in de kindertijd, zegt men. Hij zou dat zelf waarschijnlijk afdoen als psychoblabla, maar ergens weet hij ook wel: als je van jongs af aan hebt geleerd dat je goed moet zijn om liefde te krijgen, leer je niet om te balanceren tussen fouten en successen. Dan wordt het óf winnen óf verliezen.
Daarnaast speelt stress een grote rol. Onder druk denkt zijn brein niet in genuanceerde betogen, maar in simpele labels. Vriend of vijand. Succes of drama. Of, zoals hij het zelf noemt: de IKEA-handleiding van het leven.
Is zwart wit denken af te leren?
Nu komt het lastige: zwart wit denken afleren is net als proberen geen chips te eten terwijl er een open zak op tafel ligt. Het kan, maar het vraagt oefening, geduld en af en toe een harde confrontatie met jezelf.
Hij zou kunnen beginnen met simpele zinnen als: “Misschien zit er meer achter…” of “Ik hoef niet meteen een oordeel te vellen…” Maar ja, probeer dat maar eens als je hersenen al bij paragraaf drie van het interne eindrapport zitten.
Een leven in grijstinten (en dat is minder saai dan het klinkt)
Toch ziet hij soms wel de voordelen van nuance. Niet elke ruzie betekent het einde van een vriendschap. Niet elk foutje maakt hem een idioot. En soms… heel soms… ontdekt hij dat er ook kracht zit in het erkennen van complexiteit. Dat iemand én chaotisch én briljant kan zijn. Dat hij zelf én onzeker én zelfverzekerd kan overkomen.
Grijs is misschien minder sexy dan zwart of wit, maar het is wel waar het leven zich afspeelt. In al die lagen en nuances, in al die twijfels en verrassingen. En dat weet hij — al denkt hij er morgenochtend vast weer anders over.
Zwart wit denken op social media? Oei…
Online is zwart wit denken de norm. Scrollend door zijn feed ziet hij meningen die klinken als definitieve oordelen. Politiek? “Sloop die hele club!” Voetbal? “Die speler is een clown!” Koken? “Ananas op pizza is heiligschennis.” En daar voelt hij zich als een vis in het water.
Maar zelfs hij begint te beseffen dat dat niet altijd helpt. Discussies worden sneller ruzies, nuance wordt weggefilterd, en voor je het weet is iedereen boos op iedereen omdat iemand per ongeluk “ik weet het niet zeker” heeft gezegd.
Een beetje zwart wit denken mag best
Laten we eerlijk zijn: zwart wit denken is niet alleen een valkuil, het is ook een overlevingsstrategie. Soms moet hij gewoon snel keuzes maken. Soms heeft hij geen zin in genuanceerde gesprekken. En soms is het gewoon lekker om te zeggen: “Dit is dom.” Punt.
Maar zolang hij af en toe ook de moed heeft om grijs toe te laten, zichzelf een beetje minder streng te beoordelen en anderen een beetje minder snel af te schrijven, zit hij goed.
Of… compleet fout.
Dat hangt er natuurlijk van af hoe zwart wit hij het bekijkt.