De wereld van internationale handel is soms een theater van het absurde. Terwijl fabrikanten zich zorgen maken over stijgende tarieven, dansen de iPhones, computerchips en andere populaire elektronica vrolijk langs de tolpoorten.
En daar zit Trump, ergens op een golfbaan, gniffelend over het feit dat juist deze producten geen importheffing krijgen. Het is bijna lachwekkend—bijna, want het gaat wel degelijk om miljarden. China fronst de wenkbrauwen, techbedrijven zuchten opgelucht, en de gewone man denkt: “Wacht even, hoe zit dit nou precies?”
Hoe China en Trump een vreemde dans uitvoeren
China is geen onbekende in het handelsconflictencircuit. Maar met Trump in de ring veranderde het boksen in een soort salsadans met bokshandschoenen. Zijn importheffing zou zogenaamd iedereen raken die iets met China doet, maar blijkbaar gold dat niet voor Apple en co. Nee hoor, de heffing ging niet over iPhones. Of chips. Of andere gadgets waar Trump waarschijnlijk dagelijks op tweet—ironisch genoeg vanaf een iPhone.
Volgens zijn ‘America First’-strategie moesten Amerikaanse bedrijven beschermd worden tegen de massale instroom van Chinese producten. Maar wie had gedacht dat de ‘bescherming’ selectief zou zijn? Elektronica werd met fluwelen handschoen aangepakt, alsof Trump persoonlijk bang was dat zijn schermtijd anders omlaag zou gaan.
Importheffing? Niet voor mijn iPhone, vriend
In theorie zou een importheffing ervoor moeten zorgen dat binnenlandse producten aantrekkelijker worden. In de praktijk bleek het een soort economisch toneelstuk waar sommige producten per ongeluk hun rol kwijt waren. Elektronica – met name iPhones, tablets en chips – kregen een vrijbrief. Lachwekkend, als je bedenkt dat juist deze sector miljoenen tonnen uit China importeert.
De techwereld haalde opgelucht adem. Apple-fans konden hun jaarlijkse upgradefeestje gewoon blijven vieren zonder dat de prijs plotseling €1.799 werd voor een iPhone zonder oplader. Zelfs Intel, Nvidia en AMD – allemaal verslaafd aan Chinese onderdelen – werden gespaard. Toeval? De man op de straat denkt van niet.
Lachwekkende logica of geniale zet?
Was dit nou een domme fout of een meesterzet van Trump? Dat is de vraag. Enerzijds lijkt het absurd om producten die symbool staan voor Chinese productie buiten schot te laten. Anderzijds: als je weet dat je burgers hysterisch worden als ze een paar tientjes meer moeten betalen voor hun nieuwe tech, dan kun je beter even tactisch heffen.
Trump zou Trump niet zijn als hij dit niet wist om te buigen tot een overwinning. “Kijk eens hoe ik Apple heb gered!” riep hij waarschijnlijk, terwijl hij tegelijk over Huawei klaagde. China keek toe, vermoedelijk met een mix van verwarring en lichte ergernis.
China lacht, maar het is geen blije lach
Hoewel China in eerste instantie geïrriteerd reageerde op de importheffing, merkte het al snel dat de dans met Trump vooral draaide om imago en binnenlandse politiek. Elektronica blijft namelijk een van de grootste exportstromen richting de VS. Zolang die niet wordt belast, blijft de yuan vrolijk rollen.
Maar ondertussen bouwde China gestaag door aan haar eigen chipindustrie, alsof ze zeiden: “Prima joh, hef jij lekker op speelgoed en sokken, wij doen gewoon wat we altijd doen – de wereldeconomie domineren via technologie.”
Trotse tweets en scheve handelsbalansen
Trump tweette zich intussen een ongeluk over de “grootste deal ooit”, terwijl zijn beleid op papier eerder leek op een slecht geplande barbecue: het vlees was vergeten, maar de saus lag klaar. De importheffing kwam als harde klap voor veel sectoren, behalve dus voor elektronica.
Het gevolg? Een scheve handelsbalans, waarbij techproducten lekker bleven binnenstromen en andere branches – denk landbouw, speelgoed, zelfs kerstverlichting – het zwaar te verduren kregen. Lachwekkend? Ja. Strategisch? Misschien. Trumpiaans? Absoluut.
De kleine man betaalt altijd
En zoals altijd in geopolitieke komedies is er één iemand die de grap niet snapt: de gewone consument. Terwijl hij dacht dat hij beschermd werd tegen het grote boze China, betaalde hij alsnog de rekening. Niet op zijn iPhone, nee – die bleef ongeveer even duur. Maar de kerstverlichting, de tuingereedschappen, de goedkope gadgets uit de feestdagenfolder? Die kregen wél een prijsstijging.
En zo zie je maar weer: zelfs als de importheffing zogenaamd bedoeld is om een natie sterker te maken, eindigt het vaak met verwarring, verwondering en een factuur. Lachwekkend? Meer dan een beetje.
Kortom: het hele gedoe rondom China, importheffing, Trump en technologie laat zien hoe economie soms voelt als een aflevering van een slechte sitcom. Iedereen speelt een rol, maar niemand snapt het script helemaal. Behalve misschien Trump zelf. Die lacht. Om zijn iPhone. Terwijl hij net nog riep dat hij China een lesje zou leren.
Maar ja, wie heeft er les nodig als je een miljardendeal kunt overslaan met een knipoog?