De derde dinsdag van september nadert, en zoals de traditie inmiddels wil, is de Miljoenennota natuurlijk al eerder op straat beland.
Het is bijna net zo voorspelbaar als de files na de zomervakantie of de eerste pepernoten die in augustus in de supermarkt liggen. Hij kan er bijna zijn klok op gelijk zetten: elk jaar weer gonst het in Den Haag van de geruchten, de uitgelekte cijfers en de mysterieuze anonieme bronnen die “toevallig” een pagina van de Miljoenennota in handen hebben gekregen. Het is een ritueel waar de politiek zich boos om maakt, maar waar de journalistiek dol op is.
Het uitgelekte feest van september
Hij moet er stiekem wel om lachen. Politici die streng roepen dat “dit echt niet kan” en dat “het lekken moet stoppen”, terwijl ondertussen elke krant en elk journaal dankbaar gebruikmaakt van diezelfde uitgelekte documenten. Het voelt alsof iedereen meedoet aan een toneelstukje waarvan het script elk jaar weer hetzelfde is.
Aan de ene kant heb je ministers die quasi-verontwaardigd doen, aan de andere kant journalisten die vrolijk titels tikken als “belastingvoordeel voor werkenden” of “accijns omhoog”. En ergens in het midden zit de gewone Nederlander, die allang weet dat de koopkrachtplaatjes nooit precies zo uitpakken als op papier.
Een soort politieke sinterklaasavond
Hij vergelijkt de Miljoenennota vaak met pakjesavond. Niet omdat er cadeautjes worden uitgedeeld, maar omdat er elk jaar weer een moment komt waarop de spanning stijgt: wat zit er in de zak? Alleen is de zak in dit geval een ordner vol beleidsplannen en begrotingen. En net zoals kinderen de neiging hebben om alvast in de kast te kijken, hebben politici en journalisten diezelfde drang om alvast in de Miljoenennota te gluren.
De grap is dat het voor burgers allang geen verrassing meer is. Iedereen weet dat er elk jaar weer hogere lasten zijn, een paar plussen voor bepaalde groepen en wat minnen voor anderen. Het enige echte mysterie is hoe mooi de plannen verpakt worden tijdens Prinsjesdag.
Lekken als traditie
Het is bijna aandoenlijk hoe vaak ministers beweren dat ze het lekken gaan aanpakken. Er wordt gesproken over strengere maatregelen, over minder papieren exemplaren en over digitale beveiliging. Maar hij weet al beter. Elk jaar weer blijkt dat ergens in de wandelgangen een ambtenaar, een fractielid of een goedgeïnformeerde bron toch iets laat doorsijpelen.
Eigenlijk is het een traditie die net zo bij september hoort als hoeden op Prinsjesdag. Je kunt je bijna afvragen of er nog iemand écht boos is, of dat iedereen het gewoon onderdeel vindt van het Haagse spelletje.
De rol van de media
Voor journalisten is de uitgelekte Miljoenennota natuurlijk manna uit de hemel. Hoe eerder ze de cijfers hebben, hoe beter ze hun analyses en commentaren kunnen voorbereiden. Hij ziet ze al zitten achter hun laptops, driftig typend aan koppen als: “Werkenden gaan er 1,3 procent op vooruit” of “Roken wordt opnieuw duurder”.
Het grappige is dat het publiek die artikelen gretig leest, terwijl bijna niemand de volledige Miljoenennota ooit doorneemt. Dat dikke document van honderden pagina’s blijft keurig op websites staan, maar de samenvatting in de krant is waar de meeste Nederlanders genoegen mee nemen. Elk jaar weer hetzelfde liedje.
De spanning voor Prinsjesdag
Toch is Prinsjesdag nog steeds een belangrijk moment. Niet vanwege de inhoud, want die is grotendeels al bekend door het lekken, maar vanwege de ceremonie. De koning leest zijn Troonrede voor, de Gouden Koets of de Glazen Koets rijdt door Den Haag, en de hoedenparade krijgt bijna net zoveel aandacht als de plannen zelf.
Hij merkt dat veel mensen vooral kijken naar de symboliek. De cijfers? Die zijn vaak al besproken. De show? Die is voor de televisiecamera’s. En eerlijk is eerlijk: zonder de pracht en praal zou het misschien wel een vrij saaie dag worden.
Wat betekent het voor de burger?
De vraag die iedereen zichzelf stelt, is eigenlijk altijd dezelfde: wat hou ik over in mijn portemonnee? Het maakt niet uit of de Miljoenennota nu wel of niet uitlekt, uiteindelijk draait het voor de meeste mensen om de koopkrachtplaatjes.
Hij weet ook wel dat die berekeningen met een flinke korrel zout genomen moeten worden. Elk jaar weer blijkt dat inflatie, energieprijzen of wereldwijde gebeurtenissen roet in het eten gooien. Toch biedt het een klein houvast. Al is het maar om tijdens de lunch op werk te kunnen zeggen: “Volgens de Miljoenennota ga ik er 1,3 procent op vooruit.”
Een spel dat blijft terugkomen
Het fenomeen van de uitgelekte Miljoenennota is dus eigenlijk een spel geworden. Politiek, media en burgers spelen allemaal een rol. De politici doen alsof ze verrast zijn, de media springen er gretig bovenop, en de burgers knikken instemmend omdat ze het al zagen aankomen.
En hij? Hij kan er alleen maar om glimlachen. Want of je het nu leuk vindt of niet, dit hele circus hoort bij september in Nederland. Net zoals regenbuien die je vakantieplannen verpesten of de eerste pannenkoek die nooit lukt.
Elk jaar weer wordt de Miljoenennota een paar dagen te vroeg uit de doos gehaald, alsof het een cadeautje is dat niemand kan laten liggen. Misschien is dat wel de charme van het hele gebeuren: het voorspelbare in een wereld die verder best chaotisch is.