Er was eens een man met een droom. Die droom heette: “Even snel iets uitprinten.” Maar zoals bij veel dromen in het leven, was de realiteit keihard.
Zijn printer – een ouderwetse, piepende bak plastic – had andere plannen. Als hij al niet vastliep op het moment dat het écht belangrijk was, dan besloot hij wel dat de inkt op was. En dat terwijl hij hem net had bijgevuld. In zijn woorden: werkt nooit, altijd bijvullen. En toch stond dat ding nog steeds op zijn bureau, alsof het een soort giftige plant was waar hij maar geen afscheid van kon nemen.
Hoe de klote printer zijn geduld test
Elke keer als hij dacht: “Nu gaat het lukken”, begon het drama. Eerst een piepje. Dan een melding op het scherm: “Papier vastgelopen.” Daarna nog een verrassing: “Onvoldoende inkt.” Hoe kan iets tegelijkertijd een papierstoring én lege cartridges hebben? Niemand weet het, maar deze printer had het voor elkaar.
Zijn vrienden lachten erom. “Gooi dat ding weg,” zeiden ze. Maar dat deed hij niet. Want ergens, diep van binnen, hoopte hij dat er een dag zou komen dat de printer wél deed wat hij moest doen. Die dag kwam nooit. Het was altijd hetzelfde liedje: werkt nooit, altijd bijvullen.
De illusie van het bijvullen
Elke keer als hij inkt kocht, voelde het alsof hij aandelen had genomen in een geheimzinnig kartel. Hoe duurder de inkt, hoe sneller de printer besloot dat het op was. Hij had zelfs een keer geprobeerd goedkope navulinkt te gebruiken. Dat vond de printer maar niks. Die gaf meteen een foutmelding: “Onherkenbare cartridge.” Het leek wel of dat ding een hekel aan hem had.
En toch… toch vulde hij hem steeds weer bij. Niet omdat hij zin had in nog een frustrerende middag, maar omdat hij dacht: misschien deze keer wél. Een beetje zoals mensen die steeds weer teruggaan naar een ex, terwijl iedereen weet dat het gedoemd is te mislukken.
De stille oorlog tussen man en machine
Het was niet alleen een kwestie van techniek. Het was persoonlijke strijd. Hij kende alle geluiden van zijn printer. Het gezoem voor de start, het ratelen van het papiermechanisme, en dan dat dodelijke moment van stilte… gevolgd door een foutmelding. Hij voelde zich net een generaal in een eindeloze oorlog. Alleen verloor hij elke slag.
Soms probeerde hij slim te zijn. Hij zette de printer een paar dagen uit, in de hoop dat hij dan weer normaal zou werken. Maar printers hebben geheugen. Zodra hij hem weer aanzette, begon alles opnieuw. Alsof het apparaat zei: “Leuk geprobeerd, vriend. Maar ik vergeet niks.”
Hoe de klote printer zijn leven beïnvloedt
Door die printer begon hij dingen te vermijden. Brieven uitprinten? Liever niet. Foto’s afdrukken? Alleen als het écht moest. Zelfs concerttickets printte hij niet meer, maar liet hij op zijn telefoon scannen. Hij begon zich af te vragen of de printer niet stiekem een plan had om hem langzaam richting een volledig digitaal leven te duwen.
Hij merkte ook dat zijn humeur eronder leed. Op dagen dat hij moest printen, was hij op voorhand al geïrriteerd. Zijn vriendin wist het: “Oh, je moet printen vandaag? Dan zie ik je over drie uur weer… en dan ben je chagrijnig.” Ze had gelijk. Die klote printer had meer invloed op zijn emotionele toestand dan hij wilde toegeven.
De trucs die niet werken
Hij had op internet allerlei tips gevonden. Printer resetten, cartridges schoonmaken, firmware updaten… hij probeerde alles. Maar geen van die trucs werkte langer dan één printopdracht. Daarna was het weer raak: werkt nooit, altijd bijvullen.
Zelfs het beroemde “schud de cartridge even” hielp niet. Ja, dan kreeg hij soms nog één extra pagina uit het ding, maar het voelde meer als een laatste ademtocht dan als een oplossing. En dan die schoonmaakfuncties… hij wist dat ze alleen maar meer inkt verbruikten, waardoor hij nóg sneller weer bij de winkel stond.
Het einde in zicht
Op een dag, na weer een middag vol storingen, keek hij naar de printer en dacht: het is klaar. Hij haalde de stekker eruit en zette het apparaat in de gang. De volgende dag stond hij bij de milieustraat, waar hij hem met een gevoel van opluchting achterliet. Het voelde als een break-up, maar dan zonder de tranen. Nou ja… behalve de tranen die hij al die jaren al had gelaten.
Hij kocht een nieuwe printer. Modern, stil, met een belofte van “inkt tot twee jaar” en “nooit meer bijvullen”. Hij lachte hardop toen hij de verpakking las. Want diep van binnen wist hij: over een paar maanden zou hij weer zeggen… werkt nooit, altijd bijvullen.