Gemeenten krijgen vanaf deze zomer extra middelen in handen om leegstand van woningen en gebouwen tegen te gaan.
Door een wijziging in de Leegstandwet kunnen ze eigenaren verplichten om panden sneller weer te verhuren of in gebruik te nemen. Hiermee wil de overheid zorgen voor een betere benutting van de bestaande woningvoorraad, vooral gezien de huidige krapte op de woningmarkt. Iedereen kan vanaf vandaag reageren op de voorgestelde wetsaanpassingen via een internetconsultatie die loopt tot en met 9 september 2025.
Gemeenten mogen panden controleren op langdurige leegstand
Een van de belangrijkste veranderingen is dat gemeenten straks panden mogen betreden als er een vermoeden is van langdurige leegstand. Dat betekent concreet dat de gemeente bij twijfel zelf mag controleren of een woning daadwerkelijk niet wordt bewoond of gebruikt. Dit geeft gemeenten een sterker handhavingsinstrument, waardoor leegstand sneller kan worden aangepakt.
Daarnaast krijgen gemeenten de bevoegdheid om via de netbeheerder inzicht te krijgen in het energieverbruik van een pand. Is het verbruik opvallend laag, dan kan dat duiden op leegstand. Met deze gegevens kan de gemeente eenvoudiger vaststellen of maatregelen nodig zijn.
Collectieve vergunningen voor tijdelijke verhuur mogelijk
De aangepaste Leegstandwet maakt het bovendien mogelijk om collectieve vergunningen af te geven voor tijdelijke verhuur. Dat is vooral handig bij panden die op de nominatie staan voor sloop of (ver)nieuwbouw. In plaats van per woning een vergunning aan te vragen, kunnen meerdere woonruimtes in één keer worden meegenomen. Dit vermindert de administratieve lasten voor zowel de gemeente als de eigenaar en versnelt het proces.
Zo’n collectieve vergunning geldt uitsluitend voor woonruimtes binnen een gebouw. Het gaat daarbij specifiek om situaties waarbij panden tijdelijk beschikbaar worden gesteld tot het moment van sloop of verbouwing.
Strengere regels voor tijdelijke verhuur van koopwoningen
De tijdelijke verhuur van woningen die te koop staan, wordt met de nieuwe regels strikter gereguleerd. Momenteel mogen eigenaren een te koop staande woning tot maximaal vijf jaar tijdelijk verhuren. Die termijn wordt ingekort naar twee jaar. Dit moet voorkomen dat huizen lang in de verhuur blijven hangen terwijl ze eigenlijk verkocht zouden moeten worden.
Verder geldt bij deze tijdelijke verhuur opnieuw het Woningwaarderingsstelsel (WWS), waardoor de maximale huurprijs wordt begrensd. Eigenaren moeten bovendien kunnen aantonen dat het pand daadwerkelijk moeilijk te verkopen is. Zo wil de overheid oneigenlijk gebruik van tijdelijke verhuur beperken en de woningmarkt eerlijker maken.
Verplichte termijn voor opnieuw in gebruik nemen van panden
Tot nu toe kon de gemeente huurders voordragen voor leegstaande panden. Die mogelijkheid wordt vervangen door een verplichte termijn waarbinnen een pand weer in gebruik moet worden genomen. De eigenaar krijgt dus zelf de verantwoordelijkheid om binnen deze termijn een bewoner of gebruiker te vinden.
Wordt die termijn overschreden, dan kan de gemeente handhavend optreden. Zo blijft de druk op eigenaren bestaan om hun panden niet onnodig leeg te laten staan, wat weer ten goede komt aan de doorstroming op de woningmarkt.
Internetconsultatie gestart: geef je mening over de plannen
Vanaf vandaag kunnen burgers, bedrijven en andere belanghebbenden reageren op de voorgestelde wijzigingen via een internetconsultatie. Deze consultatie loopt tot en met 9 september 2025. Daarna zal minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het voorstel verder uitwerken. Eerst volgt nog advies van de Raad van State, waarna het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.
Door deze internetconsultatie wil de overheid zoveel mogelijk input ophalen van mensen die met leegstand te maken hebben, of het nu gaat om huurders, verhuurders of beleidsmakers. De bedoeling is om de nieuwe regels zo praktisch mogelijk te laten aansluiten bij de werkelijkheid.
Betere benutting van de woningvoorraad centraal
De aangepaste Leegstandwet past binnen het bredere beleid van de overheid om de bestaande woningvoorraad optimaal te benutten. In tijden van woningnood is het simpelweg niet wenselijk dat bruikbare woonruimtes leeg blijven staan. Leegstand zorgt niet alleen voor een minder efficiënte woningmarkt, maar heeft ook negatieve effecten op de leefbaarheid van buurten en wijken.
Minister Keijzer benadrukt dan ook het belang van daadkrachtige maatregelen: “Iedere woning telt. We kunnen het ons niet veroorloven dat panden onnodig leegstaan terwijl zoveel mensen op zoek zijn naar woonruimte.”
Minder administratieve lasten en snellere procedures
Een belangrijk voordeel van de voorgestelde wetswijziging is dat procedures voor tijdelijke verhuur sneller en eenvoudiger worden. Vooral de invoering van collectieve vergunningen draagt daaraan bij. In plaats van meerdere losse aanvragen hoeven verhuurders en gemeenten straks minder papierwerk te regelen.
Dat betekent concreet minder tijd en geld kwijt aan vergunningstrajecten, terwijl de controle op leegstand juist effectiever wordt. Gemeenten krijgen meer grip op situaties waar panden onnodig lang leeg blijven staan en kunnen daar sneller op acteren.
Met deze wijziging van de Leegstandwet hoopt de overheid niet alleen leegstand terug te dringen, maar ook bij te dragen aan een eerlijker en beter functionerende woningmarkt in Nederland.